Nieuwsberichten Praktijk
Een nieuwe kroon in een dag! U hoeft niet te happen. U krijgt geen noodkroon.
Met de nieuwe CEREC techniek kunnen wij u binnen een dag van een nieuwe kroon voorzien. Hoe werkt het?
- Uw tandarts slijpt de tand of kies die behandeld moet worden in de vorm die nodig is om de tandvervanging te kunnen maken.
- De tandarts scant uw mond. Zo heeft hij de juiste registratie van de gegevens, die CEREC nodig heeft om de tandvervanging te kunnen maken. U hoeft nu dus niet te "happen". U hoeft niet twee keer terug te komen, omdat de tandarts de tandvervangingen en de registratie niet meer bij het tandtechnisch laboratorium hoeft te laten maken.
- Op de computer verschijnt het 3D beeld van de situatie in uw mond. De tandarts bekijkt dit samen met u en laat u zien hoe de nieuwe situatie zal worden.
- Nu de vorm is bepaald, wordt deze aan het frees-apparaat doorgegeven. De tandarts zet een blokje materiaal in de juiste kleur in het frees-apparaat en de CEREC-slijpeenheid vervaardigt de tand-vervanging.
- De tandvervanging wordt in uw mond geplaatst en vastgezet met een speciaal soort cement.
- De totale behandeling duurt tussen de 1,5 en 2,5 uur, afhankelijk van het type materiaal dat gekozen wordt. Daarvan zit u zelf slechts ongeveer 45 minuten in de stoel. Tussendoor heeft u ‘pauze’.
Nieuwsberichten algemeen
Minder gaatjes door zoenen
“Tongzoenen is erg goed voor het mondmilieu”, vertelt Richard Kohsiek, tandarts en KNMT-bestuurslid. “Bij het zoenen maak je extra veel speeksel aan en dat houdt je tanden en tandvleesgezond. Het speeksel helpt bacteriën namelijk makkelijker weg te spoelen en dat verkleint de kans op
...Lees verderMinder gaatjes door zoenen
“Tongzoenen is erg goed voor het mondmilieu”, vertelt Richard Kohsiek, tandarts en KNMT-bestuurslid. “Bij het zoenen maak je extra veel speeksel aan en dat houdt je tanden en tandvleesgezond. Het speeksel helpt bacteriën namelijk makkelijker weg te spoelen en dat verkleint de kans op plaque en gaatjes.”
Zuurgraad op juiste niveau
En speeksel houdt de zuurgraad in je mond op het juiste niveau. “Citroen, maar ook alleen al denken aan lekkere dingen waarbij het water je letterlijk in de mond loopt, zorgt ook voor het aanmaken van meer speeksel. Maar zoenen is toch de beste manier.”
Boost voor immuunsysteem
Bovendien bouw je een goede weerstand op door de uitwisseling van bacteriën. Kohsiek: “Uit onderzoek blijkt dat als je tien seconden tongzoent er zo’n 80 miljoen microbiële cellen worden uitgewisseld. Een ware boost voor je immuunsysteem!”
Bron: Alles Over Het Gebit / KNMT
10 Tips voor een gezonde kindermond
- Geef kleine kinderen geen flesjes met (zoete) drankjes (fris, (aangelengde) vruchtensappen)
- Drink een glas of fles in 1 keer leeg en neem na een zoet drankje een glas water
- Kies eens snoeptomaten, minikomkommers of snackwortels als tussendoortje
- Eet en drink maximaal 7 keer per dag
- Poets
10 Tips voor een gezonde kindermond
- Geef kleine kinderen geen flesjes met (zoete) drankjes (fris, (aangelengde) vruchtensappen)
- Drink een glas of fles in 1 keer leeg en neem na een zoet drankje een glas water
- Kies eens snoeptomaten, minikomkommers of snackwortels als tussendoortje
- Eet en drink maximaal 7 keer per dag
- Poets 2 keer per dag 2 minuten, vanaf 2 jaar
- Poets de tanden van kinderen vanaf het doorbreken van het eerste tandje
- Poets de tanden van kinderen tot 10 jaar altijd na
- Eet en drink niet meer na het tanden poetsen ’s avonds (behalve water)
- Neem kinderen in ieder geval vanaf 2 jaar mee naar de tandarts, maar vanaf het doorbreken van de eerste tand kan je kind ook mee met je eigen periodieke controle om te wennen
- Ga 2 keer per jaar op controle bij de tandarts (vergoed door de basisverzekering tot 18 jaar)
Bron: KNMT / Alles Over Het Gebit
Van nicotinepleisters tot nicotinekauwgom: hoe werken ze en hoe gebruik je ze?
Stoppen met roken is geen makkelijke klus. Sommige mensen kunnen daarom wel een steuntje in de rug gebruiken. Er zijn verschillende nicotinevervangers op de markt, die je kans om te stoppen met roken soms anderhalf keer kunnen vergroten. Bekende voorbeelden van nicotinevervangers zijn nicotinepleisters,
...Lees verderVan nicotinepleisters tot nicotinekauwgom: hoe werken ze en hoe gebruik je ze?
Stoppen met roken is geen makkelijke klus. Sommige mensen kunnen daarom wel een steuntje in de rug gebruiken. Er zijn verschillende nicotinevervangers op de markt, die je kans om te stoppen met roken soms anderhalf keer kunnen vergroten. Bekende voorbeelden van nicotinevervangers zijn nicotinepleisters, nicotinekauwgom en nicotinetabletten. Deze producten kunnen je helpen om te stoppen, maar dan moet je ze wel op de juiste manier gebruiken. Wil jij weten hoe nicotinevervangers werken en hoe je ze goed gebruikt? Hier leggen we het uit!
Nicotinevervangers: wat doen ze?
Om te begrijpen hoe je de verschillende nicotinevervangers goed gebruikt, moet je eerst weten hoe ze werken. In sigaretten zit de stof nicotine. Als je rookt, nemen je longen de nicotine op. Vervolgens gaat het onder andere naar je brein. In de hersenen zorgt nicotine voor het vrijkomen van verschillende stoffen die zorgen dat je je goed gaat voelen en méér nicotine wilt. Uiteindelijk raken je hersenen zo gewend (verslaafd) aan nicotine dat je afkickverschijnselen krijgt als je stopt.
Nicotinevervangers zorgen ervoor dat je brein langzaam nicotine ontwent. Het idee van deze producten is dus dat je steeds een beetje minder nicotine binnenkrijgt. Het stoppen wordt hiermee makkelijker, omdat je je nicotineverslaving langzaam afbouwt.
Nicotinepleister
Nicotinepleisters zijn pleisters die geleidelijk nicotine via de huid aan het bloed afgeven. Het is de bedoeling dat je deze pleisters gedurende een aantal maanden constant draagt. Eén pleister houd je 24 uur lang op, zo heb je gedurende die tijd constant een beetje nicotine in je bloed. Na 24 uur plak je een nieuwe op. Je begint met pleisters met een hoge dosis, die afhankelijk is van de dosis die je normaal met roken binnen zou krijgen. Geleidelijk plak je pleisters met een lagere dosis, tot je volledig stopt. Welke dosering je hoe lang gebruikt hangt af van hoe veel je rookte en het soort pleisters dat je gebruikt. Lees daarom altijd de bijsluiter. Tijdens het gebruik van nicotinepleisters moet je helemaal stoppen met roken.
Waar plak je de nicotinepleister?
Om de afgifte van nicotine door de huid goed te laten verlopen, moet je de pleisters op een droge, schone, onbeschadigde huid met zo min mogelijk haar plakken. Goede plaatsen zijn de romp, bovenarm of heup. Het wordt aangeraden om de pleister telkens op een andere plek te plakken, zodat de huid niet geïrriteerd raakt.
Nicotinepleister doorknippen
Knip nicotinepleisters nooit door. Hierdoor kunnen ze hun werking verliezen. Als je een pleister met een lagere dosis nicotine wil, kun je deze kopen bij bijvoorbeeld de drogist of apotheek.
Nicotinekauwgom en -tabletten
Nicotinekauwgom en -tabletten zorgen voor nicotineopname via je mond. Je neemt er één in als je de aandrang voelt om te roken. De nicotine wordt minder goed opgenomen bij het drinken van zure dranken zoals frisdrank, koffie en vruchtensap. Vermijd deze dranken daarom vijftien minuten voor en tijdens het nemen van de kauwgom of tabletten. Tijdens het gebruik van de kauwgom en zuigtabletten mag je niets eten en drinken.
Je gebruikt de kauwgom of tabletten zo een aantal maanden, waarna je een steeds lagere dosis inneemt. De dosis waarmee je begint, is afhankelijk van de hoeveelheid sigaretten die je normaal rookte. Lees hiervoor de bijsluiter. Stop voordat je begint met deze vervangers helemaal met roken. Je kunt beter geen nicotinekauwgom of -tabletten gebruiken als je ontstekingen in je mond of keel hebt of een kunstgebit hebt. In dat geval kun je beter nicotinepleisters gebruiken.
Hoe kauw en zuig je de nicotinekauwgom en -tabletten?
Kauw de kauwgom langzaam. Stop met kauwen als je nicotine of de smaak sterk proeft en ga weer door als deze smaak weg is. Zo zorg je ervoor dat je niet te veel nicotine in een keer binnenkrijgt.
Bij de zuigtabletten zuig je tot je de smaak sterk proeft, waarna je stopt met zuigen. Bewaar het tablet dan tussen je tandvlees en je wang totdat de smaak weer weg is en ga weer door met zuigen. Herhaal dit tot de tablet op is.
Nicotinekauwgom of nicotinetabletten?
In principe werken nicotinekauwgom en -tabletten hetzelfde. Je kunt zelf kiezen wat jou het fijnste lijkt. Van kauwgom zijn er bijvoorbeeld verschillende smaken verkrijgbaar. Ook kun je bij kauwgom iets meer zelf doseren, omdat je zelf kiest hoe lang je op je kauwgom kauwt.
Nicotinevervangers tijdens de zwangerschap
Nicotine is schadelijk voor de ongeboren baby. Daarom is het advies om zonder nicotinevervangers te stoppen met roken als je zwanger bent. Alleen als het echt niet zonder lukt, kun je ze gebruiken. Nicotinevervangers zijn namelijk minder schadelijk dan roken, omdat er bij roken een hogere dosis nicotine en ook andere gevaarlijke stoffen vrijkomen. Aangeraden wordt om ze dan zo vroeg mogelijk in de zwangerschap te gebruiken. Het is het beste om dit onder begeleiding van je arts te doen.
Geen wondermiddelen
Verschillende nicotinevervangers kunnen je dus helpen te stoppen met roken. Misschien passen nicotinepleisters het beste bij je, of kies je juist liever voor kauwgom of tabletten. Een combinatie van een pleister met een nicotinekauwgom of -tablet kan werken. Kijk voordat je aan deze producten begint wel altijd in de bijsluiter of ze geschikt zijn voor jou. Kijk ook welke dosis en duur op jou van toepassing is. Onthoud wel: nicotinevervangers zijn geen wondermiddelen. Je moet wel zelf willen stoppen met roken. Zorg er dus voor dat je zelf motivatie hebt om te stoppen en gebruik deze producten alleen als hulpmiddel. Voor meer informatie over stoppen met roken kun je het dossier Stoppen met roken op Gezondheidsplein.nl lezen.
Auteur: Lotte Koemans
Bronnen: Farmacotherapeutisch Kompas, Apotheek.nl, The New England Journal of Medicine (2010), Trimbos instituut, Mental Health Foundation, Psychology Research and Behavior Management (2011), Addiction Science & Clinical Practice (2011)
Direct implanteren: wanneer wel en niet?
Het grote voordeel van direct implanteren is dat de contour behouden blijft en geen resorptie optreedt. De patiënt heeft een vaste voorziening en daardoor kunt u de patiënt langer met de tijdelijke kroon laten lopen waardoor minder en kortere ingrepen nodig zijn. Wanneer kunt u wel en niet
Direct implanteren: wanneer wel en niet?
Het grote voordeel van direct implanteren is dat de contour behouden blijft en geen resorptie optreedt. De patiënt heeft een vaste voorziening en daardoor kunt u de patiënt langer met de tijdelijke kroon laten lopen waardoor minder en kortere ingrepen nodig zijn. Wanneer kunt u wel en niet direct implanteren?

Na extractie verlies je vaak 4 mm bot in horizontale en in verticale zin door resorptie. Daardoor zijn allerlei botopbouw technieken ontworpen. Het liefst wordt bot gehaald uit de kaakhoek of eventueel uit de tubers. Echter is dit een tweede operatieplek en een extra ingreep. Daarom wordt als eerste keus gebruikt gemaakt van guided bone regeneration. Hierbij wordt echt bot vermengd met botsubstituten en aangebracht bij het implantaat, met als doel dat het er goed uit ziet en functioneert.
Direct implanteren
Het grote voordeel van direct implanteren is dat de contour behouden blijft en geen resorptie optreedt. De patiënt heeft een vaste voorziening en daardoor kunt u de patiënt langer met de tijdelijke kroon laten lopen. Hierdoor zijn minder en kortere ingrepen nodig. De techniek wordt alleen toegepast in het front. Met de nieuwe oppervlakte structuren en met voldoende primaire stabiliteit vindt er osseointegratie plaats. Er is maar weinig literatuur bekend over de esthetiek van deze behandeling. De verwachting is dat het waarschijnlijk niet altijd even mooi is.
Wanneer wel/niet direct implanteren?
Het is niet altijd mogelijk om direct na extractie te implanteren. Hieronder een aantal handvaten om te helpen inschatten wanneer het wel mogelijk is.
Een front element is als verloren te beschouwen, maar is nog wel in de kaak aanwezig. Als eerste wordt er dan onder lokale anesthesie bonesouding gedaan. Dit is met de pocketsonde meten waar het bot loopt bij de buurelementen. De afstand tussen het contactpunt en het bot wordt afgelezen. Als de papil het contactpunt volledig sluit dan wordt de papil gemeten. Deze afstand mag niet meer dan 5 mm zijn. Deze afstand zegt iets over de regeneratieve mogelijkheden van de papil tussen de elementen in. Als hieraan voldaan is, dan kan een jaar na het vervaardigen van een definitieve kroon verwacht worden dat er een perfecte papil teruggekomen is. Is deze afstand groter dan zal de interdentale ruimte niet helemaal gevuld worden met papil.
De volgende meting die gedaan wordt is midbuccaal. Deze afstand moet 3 mm zijn, wat betekent dat de botlamel 3 mm onder de mucosa begint. Een intacte botlamel is heel belangrijk. Dit kan vaak ook goed te zien zijn op een CBCT.
”Het heeft alleen zin direct te implanteren als de uitgangssituatie goed is. Dat wil zeggen een nette gingiva lijn, nette buurelementen en dergelijke.”
Na extractie wordt gecontroleerd of de buccale lamel in tact is. Het implantaat wordt iets meer naar palatinaal gezet, omdat daar meer bot is en daardoor meer primaire stabiliteit voor het implantaat. Hierdoor komt het schroefgat ook meer palatinaal te liggen. De boorprocedure is vervolgens hetzelfde als bij elke andere implantaatbehandeling. Het enige verschil is dat het op het moment waarbij de richting en diepte van het implantaat gecontroleerd wordt, de ruimte die er is opgevuld wordt met botsubstituut en eigen bot. Het is belangrijk dat er iets tussen de lamel en het implantaat geplaatst wordt. Het liefst iets niet resorbeerbaars, zodat het de lamel in tact houd en hiermee zorgt voor het intact houden van de buccale wand en het op zijn plaats houden van de gingiva. De passtift wordt verwijderd en het implantaat wordt geplaatst. In deze gevallen worden altijd implantaten geplaatst die zelftappend zijn.
”De primaire stabiliteit moet ten minste 30Ncm zijn om het aan te durven een tijdelijke kroon te maken. Deze moet goed uit occlusie en articulatie geslepen worden.”
Ronnie Goené is implantoloog, NVOI.
Verslag door Paulien Buijs, voor dental INFO, van de lezing van Ronnie Goené tijdens de NSOI-workshop Implantologie, de bovenbouw
Bron: Dentalinfo.nl